Fysiotherapie bij artrose
In het algemeen is de relatie tussen het klinisch beeld en de mate van radiologisch aantoonbare afwijkingen bij zowel heup- als knieartrose zwak. Met andere woorden er zijn mensen die op een röntgenfoto een grote kraakbeen afname laten zien maar die geen klachten hebben. En er zijn mensen die op een röntgenfoto geen tot weinig kraakbeen afname laten zien maar veel klachten hebben.
Dus op het moment dat de diagnose artrose wordt gesteld is het vooral belangrijk om erachter te komen waarom er juist nu klachten ontstaan en is het vooral belangrijk om vast te stellen wat het aangedane gewricht nodig heeft om weer gezonder te worden.
Vast staat dat het kraakbeen beweging en belasting (druk) en ontlasting nodig heeft om gezond te blijven maar ook om weer gezond te worden.
De therapie zal bestaan uit het trainen van de grondmotorische eigenschappen koördinatie, kracht, flexibiliteit en uithoudingsvermogen om zo het gewricht de optimale omstandigheden te bieden voor het herstel naar een betere gewrichtsfunctie en minder klachten.